Net als het oude Griekenland kende ook het Romeinse Rijk enkele grote filosofen. Hoewel de wijsbegeerte een beduidend kleinere rol speelde bij de Romeinen dan bij de Grieken, konden zich toch enkele stromingen ontwikkelen, zoals het epicurisme en de Stoa. In dit artikel gaan we in op een Romeinse filosoof die behoorde tot deze laatste groep: Seneca. Deze stoïcijn gaf in ruim honderd brieven zijn kijk op hoe men diende te leven: volgens de natuur.’
Een korte biografie
Seneca (4 v.C. – 65 AD) werd opgeleid als filosoof en retoricus in Rome, waar hij de tutor en adviseur van de keizer Nero werd. Toen Seneca zag dat Nero het slechte pad op raakte, trok hij zich terug uit de politiek. Het is in deze, late periode van zijn leven dat hij zijn brieven (waarvan een groot deel hier in vertaling te lezen is) aan een zekere Lucilius schreef
Leven volgens de natuur
Seneca was een aanhanger van de Stoa, een filosofie die stelt dat de mens geen invloed heeft op gebeurtenissen (alles is al vastgesteld), maar dat de mens wel kan bepalen hoe hij of zij op deze gebeurtenissen reageert. De juiste reacties zullen leiden tot een gelukkig leven. Over het algemeen houden deze juiste reacties in dat ze niet worden beïnvloed door emoties, maar juist door logica en rationaliteit. In Seneca’s brieven komt dit sterk naar voren. Zo moet je niet bang zijn voor de dood (brief 54), maar juist accepteren dat de dood iets onvermijdelijks is. Hij vergelijkt het met de menselijke toestand voor de geboorte, iets waar we ook geen slechte herinneringen van over hebben. verder is Seneca sterk gekant tegen de ‘massa’ (brief 7): de grote groepen mensen waar men bijna dagelijks mee in contact komt. Hij stelt dat omgang met de massa de persoonlijke ontwikkeling verstoort omdat je gedrag vaak wordt beïnvloed door het gedrag van de massa. In vrijwel alle brieven legt Seneca uit wat de beste manier is om om te gaan met de gebeurtenissen van alledag.
Hoewel Seneca bijna tweeduizend jaar leefde, zijn zijn brieven ook nu nog vaak toepasbaar. Dit laat wederom zien dat filosofie vrijwel tijdloos is. Natuurlijk zijn er uitzonderingen: zo is er ook een brief over de omgang met slaven (brief 47), maar de ‘gedragsregels’ die Seneca hierin voorschrijft kunnen ook in andere, huidige situaties van pas komen.