Hoewel Nederland niet bekend staat als een land waar veel filosofen zijn geboren, hebben we toch zeker één belangrijke bijdrage geleverd aan de filosofie: Desiderius Erasmus. Deze Rotterdammer, geboren in 1466, wordt gezien als een van de grondleggers van het humanisme. Hieronder gaan we dieper in op het leven en de leer van Erasmus.
Het leven van Erasmus
Gerrit Gerritszoon, die zijn naam al snel latiniseerde naar Desiderius Erasmus (wat een veelvoorkomend gebruik was in de Renaissance), toonde al in zijn jonge jaren dat hij een groot intellect bezat. Na zijn opleiding en enkele (gedwongen) jaren in een klooster reisde Erasmus af naar Parijs, waar hij studeerde en lesgaf aan de universiteit. Naast Parijs bracht hij ook tijd door in Engeland, Italië en, in zijn laatste jaren, Zwitserland. Hoewel Erasmus vaak vooraanstaande plaatsen aangeboden kreeg in de academische wereld, wees hij allen af om zijn vrijheid van uiting te behouden.
Zijn filosofie
Erasmus was sterk gekant tegen de katholieke kerk. In zijn bekendste boek, ‘Lof der Zotheid’, uit hij kritiek op bekende pausen en priesters. Erasmus probeerde echter neutraal te blijven, zelfs met de komst van Luther en het Protestantisme, waardoor hij van alle kanten kritiek kreeg. Ondanks deze religieuze spanningen wist Erasmus op het gebied van filosofie interessante stukken te schrijven, met name wat betreft het humanisme. Het humanisme van de Renaissance stelde de mens centraal, en pleit dus voor een goede ontwikkeling van de menselijke capaciteiten (zoals taalverwerving). Volgens humanisten zijn het deze capaciteiten die de mens onderscheiden van dieren, en goed onderwijs, vooral op het gebied van de taalkunde, zorgt ervoor dat mensen zich op moreel en filosofisch vlak kunnen ontwikkelen. Modern humanisme heeft een andere opzet, maar stelt nog steeds de mens centraal. Het is een filosofie waar veel Westerse mensen zich in kunnen vinden.