Pragmatisme: werkt een lening in de praktijk?

In de filosofische wetenschap zijn een groot aantal verschillende stromingen te onderscheiden. Een van die stromingen is het pragmatisme, dat bestudeerd is door filosofen als John Dewey, Charles Peirce en William James. Andere klassieke pragmatisten waren onder meer Alain Locke, Giovanni Papini en Lucien Laberthonnière die naast filosoof ook theoloog was. Hij verzocht religieuze waarheden vanuit een pragmatisch perspectief te onderzoeken. Zijn interessante bevindingen zijn onder meer te lezen in zijn oeuvre ‘Essais de philosophie religieuse’ (1903).

Pragmatisme en empirisme

Het pragmatisme neemt niet zomaar een waarheid aan: wanneer een theorie in de praktijk blijkt te werken, enkel dan mag deze stelling als ‘waar’ worden aangemerkt. Kortom, om bewaarheid te worden dienen theorieën in de praktijk getoetst te worden. Dit doet sterk denken aan het empirisme, dat stelt dat een wetenschappelijke hypothese niet zonder meer als waarheid mag worden aangenomen: een theorie dient proefondervindelijk te worden bewezen, dus middels experimenten en/of gerichte waarnemingen. Het pragmatisme gaat echter nog een stapje verder en stelt de werkbaarheid van een theorie centraal. Met andere woorden, een theorie moet in de realiteit kunnen functioneren, anders is zij niet relevant. John Dewey sprak dan ook liever van een gerechtvaardigde bewering dan van ‘waarheid’ wanneer een theorie werkbaar bleek te zijn in de werkelijkheid.

Het zoeken naar werkbare oplossingen

Het pragmatisme beschouwt de mens voornamelijk als een handelend wezen. De menselijke rede is begrensd en is daarom niet capabel om de werkelijkheid te ontsluieren. Het denkvermogen van de mens – vergezeld van het menselijk handelen – is echter wel in staat om praktische problemen op te lossen. Op deze manier kan de mens een theorie ‘rechtvaardigen’ door het praktische nut en/of het maatschappelijk voordeel ervan aan te tonen. Als dat slaagt is de theorie werkbaar bevonden en dus ‘waar’. Waarheid is volgens het pragmatisme dan ook geen absoluut begrip.

Een bedrijfslening als werkbare oplossing

Omdat bedrijfsleningen een aantal maatschappelijke voordelen kunnen opleveren mogen ze worden beschouwd als praktische oplossingen die hun werkbaarheid hebben bewezen. Ook een bedrijfslening was ooit slechts een concept – een theorie – dat zich presenteerde als een praktische oplossing voor degenen die graag een bedrijf zouden willen opstarten maar die daartoe niet in staat waren omdat ze niet over een toereikend startkapitaal beschikten. Dit concept werd vervolgens in de praktijk gelanceerd en is – na vele jaren te zijn beproefd – zeer werkbaar gebleken.

Voortdurende ontwikkeling

Het pragmatisme is enigszins gelieerd aan de evolutietheorie van Darwin. Waarheid wordt immers gezien als een relatief begrip dat zich steeds verder ontwikkelt naarmate de menselijke samenleving tot nieuwe inzichten komt en daar ook naar handelt. Op die manier evolueert zowel de waarheid als de mensheid en haar samenleving. Om nog even op het voorbeeld van een bedrijfslening voort te borduren: deze zorgt ervoor dat ondernemers zich verder kunnen ontplooien. Aangezien de individuele ontplooiing van de mens een belangrijk aspect is van de menselijke evolutie, mag gesteld worden dat een bedrijfslening haar praktische nut bewezen heeft.